Dag Pap,
Ik heb een briefje gemaakt om voor te lezen in de
kerk. Dat ik een briefje gemaakt heb, zul
je wel logisch vinden; andersom zou je immers hetzelfde gedaan hebben. Gelukkig is het niet andersom, ouders behoren
nu eenmaal eerder te gaan dan kinderen...
Maar natuurlijk is het veel te vroeg.
Je was 66, vier jaar ouder dan jouw vader, die er maar 62 geworden was,
… Vier jaar extra dus, want ergens dacht
je altijd dat je maar zo oud zou geworden zijn…
Je kon over doodgaan zo gewoon praten en ja natuurlijk,… iedereen overkomt het wel eens…
Maar nu mijn briefje: waarover moet ik het allemaal hebben ? Her en der is al geopperd om het vooral kort
te houden; iets wat jij waarschijnlijk ook direct zou zeggen, en zeker niet
proberen om grappig te doen, …want dat komt niet goed over. Maar je bent er niet meer, en ik doe het dus
op mijn manier: lang, … en met af en toe
een kwinkslag …
Waar jij kwam, werd plezier gemaakt . Je hield van feesten en iedere gelegenheid
was goed om een feest te geven. Ik denk
aan de personeelsfeesten, feestje omdat ik afzwaaide van school of vanuit het
leger, feestje omdat een goeie zaak gerealiseerd was, eindejaarsfeestjes,
barbecues in de zomer, met z’n allen naar Molenheide of de Ardennen. Bij je afscheid van de garage nam je iedereen
mee naar Lanzarote… Toen je 60 werd nam
je je drie kinderen mee naar Mallorca… Het feestje voor ons Rachel, de eerste
die bij ons op pensioen is gegaan, het feestje toen we terugkwamen van de rally
in Tunesië,… en er zullen er nog wel geweest zijn… Al die feestjes zullen je wel wat gekost
hebben, maar het was een lach, een traan en geweldig tof voor iedereen om op
terug te kijken.
Bij leven is een overvloed aan plezier precies iets om
je schuldig over te voelen. Maar als je
dan dood bent, denkt iedereen, … nog goed dat hij zoveel plezier heeft
gemaakt. Ward zou zeggen: “De weireld
zit ôrig in makoir” (op zijn Kieldrechts)
Maar je kon ook
troosten als de beste... Toen ik in een
ver verleden hartzeer had van mijn lief die me had laten zitten, had je
compassie met mij en je stelde me voor om er eens helemaal alleen op uit te
trekken met de moto. Je gaf me
zadeltassen en vroeg Guido om een frame voor de moto te maken om de tassen aan
te hangen. Mijn eenzame bezinning bracht
me naar Bretagne en ik was een ander mens toen ik terugkwam. En jij blij dat ik weer gelukkig was en alles
weer op een rijtje had. Toen ik na een
week terug in zak en as zat en moest toegeven dat mijn ex lief was meegegaan
naar Bretagne en me naderhand opnieuw had laten zitten, … denk ik dat je me een
stom kieken vond. Maar je zei niet “ik heb
het je toch gezegd” maar je troostte me gewoon. Bedankt daarvoor…
Je hield ervan om je dierbaren te verrassen… Ik denk aan onze huwelijksreis die je me
cadeau gaf op onze trouwdag; wij dus vroeger weg op het feest en naar Eilat in
Israel. Intussen weten we dat je Israël
beter niet bezoekt in putteke zomer, …maar de bedoeling was goed… Toen je hoorde dat onze Louis zonder kleine wieltjes
kon fietsen, bood je spontaan je oude koersstuur aan,… dat stuur was bijna zo groot als zijne
fiets. Kerststalletje nodig ? Ik heb er nog eentje, vloertapijt ? ik breng het wel … ‘k heb nog een mooie zetel
staan voor op je bureau, … Een moto zou
er nimmer of nooit komen maar op een zekere oudejaarsavond stond de knapste
moto van de wereld bij de’n Dirk van De Sylveren Harynck in zijn garage voor
mij. Het grootste plezier terug voor jou
was een simpel telefoontje “alles gaat goed, ‘k ben gezond, de zaken gaan ok,
alles draait, met de kindjes alles kits” en vooral het tonen van respect vond
je belangrijk. Respect voor jou
natuurlijk, maar vooral voor Jeaninne, dat vond je nog belangrijker. Uiteraard heb ik vandaag het gevoel dat ik je
veel te weinig van dat alles heb gegeven, terwijl respect eigenlijk helemaal niet duur is…
Ben ik je nu het meest genegen omwille van de cadeaus
die je me gaf, de faciliteiten die je me verleende, de momenten dat je me hielp
of omwille van je troostende woorden toen ik in de put zat ? Nee pap, het zat dieper, en dieper dan dat ik
je ooit gezegd had.
Toen we begin dit schooljaar onze kinderen naar school
brachten, vertelde de directrice dat het thema voor dit schooljaar “klimop”
was. Klimop gaat over opklimmen, ieder
met zijn talenten, iedereen is wel knap met iets… toen ik dit vorig jaar in september hoorde,
moest ik aan jou denken, echt waar…
Op een moment in mijn leven lang geleden schortte er
iets aan mijn zelfbeeld. Ik vond mezelf
klein, nutteloos, onhandig, lomp, lui, niet de knapste, … maar jij hebt dat gerepareerd, toen je me zei
dat je me graag zag voor wie ik was, dat iedereen voor- en nadelen heeft, dat
iedereen talenten heeft, … ik was een
rups en jij maakte toen een vlinder van mij.
Wat ik dus bedoel: Waar was jij knap in ?
Ik denk in “gewoon mens zijn”. Je respecteerde iedereen als mens en elk in
zijn verscheidenheid. Je zag altijd en
overal wel iets goed. Je werd vriend genoemd
door prinsen en daklozen, homo’s en hetero’s, blanken en zwarten, rijk en arm,…
Je aanvaardde iedereen als mens.
Da’s een hele mooie eigenschap…
Maakt dit jou dan een Superman ? En zo ja, wie is die superman ?
Superman is die knappe kerel in zijn spannende blauwe
overall die altijd en overal in de buurt was waar de nood het hoogst was, hij
liet nooit steken vallen, zei altijd het juiste op precies het juiste moment.
Je kon hem geen pijn doen en hij deed werkelijk alles met de glimlach,
zonder zich moe of vuil te maken.
Maar achter superman zaten regisseurs, schrijvers,
stuntmannen, speciale effecten… Zo wordt het natuurlijk iets gemakkelijker. Als de opname gedaan was, deed superman zijn
pakske uit en deed wat mensen doen na
een dag werken… een douchke pakken,
boekske lezen, pintje drinken, wat relaxen,…
Pap was dan ook geen superman… Hij was gewoon een mens in al zijn facetten,
met voordelen en met nadelen. In zijn
rugzak zaten dingen waarvoor hij zich schuldig voelde, mensen die hij pijn had
gedaan. Hij maakte nog altijd fouten …
hij deed soms dingen waar je van dacht ???
maar de bedoeling was altijd goed.
Hij werd niet altijd goed begrepen, maar hij legde het ook niet altijd even goed
uit. Zo gaat dat nu eenmaal met mensen,
waar mensen zijn, wordt gemenst…
Pap, je bent er nu niet meer… we moeten het doen met de dingen die je ons
gegeven hebt en ieder moet voor zichzelf uitmaken wat dat betekent. Ik hou enorm veel van jou met je grote, en
met je kleine kantjes en ik vraag aan iedereen om de goede herinneringen te
koesteren en over jou te spreken met respect.
Pap, ik hoop dat je kan leven met dit briefje… Dit laatste bij wijze van spreken
natuurlijk. Ik wens je goede reis… doe
de groeten aan bon en drink ginder boven maar een whisky’tje, nu kan dat geen
kwaad meer !!
Jo